Mattheüs 10:16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42
Mattheüs 10:16 HTB
Ik stuur jullie erop uit als schapen onder wolven. Wees zo slim als slangen, en zo onschuldig als duiven.
Mattheüs 10:17 HTB
Maar pas op! Men zal jullie voor de rechtbanken brengen en afranselen in de synagogen.
Mattheüs 10:18 HTB
Jullie moeten terechtstaan voor gouverneurs en koningen, omdat jullie bij Mij horen. Dat zijn kansen om hun over Mij te vertellen en de wereld te laten weten wie Ik ben.
Mattheüs 10:19 HTB
Als je wordt gearresteerd, hoef je je geen zorgen te maken over wat je moet zeggen. De juiste woorden zullen je op het juiste moment worden ingegeven.
Mattheüs 10:20 HTB
Dan zijn jullie het niet die spreken. Dan is het de Geest van je hemelse Vader die door je spreekt.
Mattheüs 10:21 HTB
De ene broer zal de andere ter dood laten brengen. Vaders zullen dat zelfs doen met hun eigen kinderen. Kinderen zullen de hand tegen hun ouders opheffen en hen vermoorden.
Mattheüs 10:22 HTB
Iedereen zal jullie haten omdat jullie bij Mij horen. Maar wie standhoudt tot het allerlaatst, zal worden gered.
Mattheüs 10:23 HTB
Wanneer je in de ene stad wordt vervolgd, vlucht dan naar de andere. Want Ik, de Mensenzoon, zal terugkomen voordat jullie alle steden van Israël hebben bereikt.
Mattheüs 10:24 HTB
Een leerling is niet meer dan zijn leraar en een knecht niet meer dan zijn baas.
Mattheüs 10:25 HTB
Een leerling mag blij zijn als hij zo wordt als zijn leraar, en een knecht als hij wordt als zijn baas. Ze hebben Mij, als de leider, uitgescholden voor Beëlzebul, duivel. Wat zullen zij dan wel van jullie zeggen?
Mattheüs 10:26 HTB
Maar wees niet bang voor de mensen die je kwaad willen doen. Want wat verborgen is, zal ontdekt worden, en wat geheim is, zal bekend worden.
Mattheüs 10:27 HTB
Wat Ik nu in het donker zeg, vertel dat rond bij daglicht. Wat Ik je in het oor fluister, schreeuw het van de daken!
Mattheüs 10:28 HTB
Wees niet bang voor hen die wel je lichaam kunnen doden, maar niet je ziel. Wees alleen bang voor God die zowel je ziel als je lichaam kan vernietigen in de hel.
Mattheüs 10:29 HTB
Geen enkele mus valt op de grond zonder dat je hemelse Vader ervan weet. En wat kost nu een mus? Bijna niets.
Mattheüs 10:30 HTB
Zelfs de haren op je hoofd zijn allemaal geteld.
Mattheüs 10:31 HTB
Maak je dus geen zorgen. Jij bent voor God veel meer waard dan een zwerm mussen.
Mattheüs 10:32 HTB
Als je er bij de mensen openlijk voor uitkomt dat je bij Mij hoort, zal Ik dat ook doen bij mijn hemelse Vader.
Mattheüs 10:33 HTB
Maar als je voor de mensen net doet of je Mij niet kent, zal Ik ook tegen mijn hemelse Vader net doen of Ik jou niet ken.
Mattheüs 10:34 HTB
Denk niet dat Ik ben gekomen om vrede op aarde te brengen. Nee, eerder een zwaard.
Mattheüs 10:35 HTB
Ik ben gekomen om verdeeldheid te brengen tussen vader en zoon, tussen moeder en dochter, tussen schoonmoeder en schoondochter.
Mattheüs 10:36 HTB
Iemands ergste vijanden zullen zijn huisgenoten zijn.
Mattheüs 10:37 HTB
Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van Mij, is Mij niet waard. En wie meer van zijn zoon of dochter houdt dan van Mij, is Mij niet waard.
Mattheüs 10:38 HTB
Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij als leerling volgt, is Mij niet waard.
Mattheüs 10:39 HTB
Wie zijn leven niet wil opgeven, zal het verliezen. Maar wie zijn leven opgeeft voor Mij, zal het behouden.
Mattheüs 10:40 HTB
Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt God die Mij gestuurd heeft.
Mattheüs 10:41 HTB
Wie een profeet ontvangt omdat hij een knecht van God is, zal dezelfde beloning krijgen als een profeet. Wie een goed man ontvangt omdat hij goed is, zal dezelfde beloning krijgen als hij.
Mattheüs 10:42 HTB
En wie een van deze geringe mensen iets te drinken geeft, al is het maar een beker koel water, omdat het een leerling van Mij is, die zal zeker worden beloond.’