Genesis 44:30-34

Genesis 44:30-34 HTB

Zo liggen de zaken. Als ik terugkom bij mijn vader zonder de jongen—aangezien zijn leven zo verbonden is met het leven van zijn zoon—en hij ziet dat hij er niet is, zal hij sterven. En wij zullen er verantwoordelijk voor zijn dat zijn grijze haren met verdriet het graf ingaan. Ik heb mij borg gesteld voor de jongen. Ik zei tegen mijn vader: “Als ik hem niet bij u terugbreng, zal ik voor altijd bij u in de schuld staan.” Alstublieft, laat mij als slaaf hier blijven in plaats van de jongen en laat hem met zijn broers terugkeren. Ik kan mijn vader toch niet onder ogen komen zonder de jongen? Ik zou zijn verdriet niet kunnen verdragen.’

Video voor Genesis 44:31-34