De Spreuken 7:1-5

De Spreuken 7:1-5 NBG51

Mijn zoon, bewaar mijn redenen en leg mijn geboden bij u weg. Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel. Bind ze aan uw vingers, schrijf ze op de tafel van uw hart. Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster, en noem het verstand (uw) vertrouweling, om u te bewaren voor de vreemde vrouw, voor de onbekende, die gladde woorden spreekt.