Het tweede boek der Koningen 2:23-25

Het tweede boek der Koningen 2:23-25 NBG51

Vandaar ging hij naar Betel. En toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad, die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop! Toen wendde hij zich om, zag hen en vervloekte hen in de naam des HEREN. Toen kwamen er twee berinnen uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen. En hij ging vandaar naar de berg Karmel, en vandaar keerde hij terug naar Samaria.