De tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 1:16-22

De tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 1:16-22 NBG51

en ik had over uw stad naar Macedonië willen gaan, om van Macedonië weder tot u te komen en door u voortgeholpen te worden voor mijn reis naar Judea. Heb ik dan door mij dit voor te nemen in lichtvaardigheid gehandeld? Of, indien ik plannen maak, doe ik dit dan naar het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: ja ja, en neen neen? Bij de trouw van God: ons spreken tot u is niet: ja en neen! Immers, de Zoon van God, Christus Jezus, die in uw midden verkondigd is door ons, door mij, door Silvanus en door Timoteüs, was niet: ja en neen, maar in Hem was het: Ja. Want hoevele beloften Gods er ook zijn, in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem het: Amen, tot eer van God door ons. Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.