Het eerste boek Samuël 7:8-12

Het eerste boek Samuël 7:8-12 NBG51

En de Israëlieten zeiden tot Samuël: Laat niet na voor ons tot de HERE, onze God, te roepen, opdat Hij ons verlosse uit de macht der Filistijnen. Toen nam Samuël een melklam en offerde het in zijn geheel de HERE tot een brandoffer. En toen Samuël voor Israël tot de HERE riep, antwoordde de HERE hem. Terwijl Samuël bezig was het brandoffer te brengen, rukten de Filistijnen op ten strijde tegen Israël, maar de HERE deed te dien dage machtig de donder rollen over de Filistijnen en bracht hen in verwarring, zodat zij tegen Israël de nederlaag leden. De mannen van Israël trokken toen uit Mispa, vervolgden de Filistijnen en versloegen hen tot beneden Bet-Kar. En Samuël nam een steen en stelde die op tussen Mispa en Sen; hij gaf hem de naam Eben-Haëzer, en zeide: Tot hiertoe heeft ons de HERE geholpen.