Het eerste boek der Kronieken 21:1-4

Het eerste boek der Kronieken 21:1-4 NBG51

Satan keerde zich tegen Israël en zette David aan, Israël te tellen. Toen zeide David tot Joab en tot de oversten van het volk: Gaat Israël tellen van Berseba tot Dan, en brengt mij de uitslag, opdat ik het getal wete. Toen zeide Joab: De HERE moge aan zijn volk nog honderdmaal zoveel toevoegen als er nu zijn. Zijn zij, mijn heer de koning, niet allen dienaren van mijn heer? Waarom verlangt mijn heer dit? Waarom moet daardoor een schuld op Israël komen? Maar het bevel van de koning was sterker dan Joabs verzet; dus ging Joab heen en trok geheel Israël door, waarna hij te Jeruzalem terugkwam.