Nehemia 1:1-3

Nehemia 1:1-3 HSV

De woorden van Nehemia, de zoon van Hachalja. Het gebeurde in de maand Chisleu, in het twintigste jaar, toen ik in de burcht Susan was, dat Hanani kwam, een van mijn broers, hij en mannen uit Juda. Ik vroeg hun naar de Joden die ontkomen waren, die uit de gevangenschap overgebleven waren, en naar Jeruzalem. Zij zeiden tegen mij: De overgeblevenen, die uit de gevangenschap daar in het gewest zijn overgebleven, verkeren in grote ellende en in smaad. In de muur van Jeruzalem zijn bressen geslagen en zijn poorten zijn met vuur verbrand.