Mattheüs 14:22-26

Mattheüs 14:22-26 HSV

En meteen dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, terwijl Hij de menigte weg zou sturen. En toen Hij de menigte weggestuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen. Het schip was al midden op de zee en verkeerde in nood door de golven, want ze hadden de wind tegen. Maar in de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe, lopend over de zee. En toen de discipelen Hem over de zee zagen lopen, raakten zij in verwarring en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van angst.