Jeremia 22:13-19

Jeremia 22:13-19 HSV

Wee hem die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, en zijn bovenvertrekken met onrecht, die zijn naaste zonder te betalen laat werken en hem zijn loon niet geeft. Die zegt: Ik zal voor mij een huis van grote afmetingen bouwen, met ruime bovenvertrekken. Hij hakt er voor zich vensters uit, overdekt het met cederhout en beschildert het met rode kleuren. Wilt u koning zijn door te wedijveren in cederhout? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken, en recht en gerechtigheid gedaan? Hem ging het toen goed! Hij behartigde de rechtszaak van de ellendige en de arme. Toen ging het goed! Is dat niet: Mij kennen? spreekt de HEERE. Maar uw ogen en uw hart zijn op niets dan op uw winstbejag uit, op het vergieten van onschuldig bloed, op onderdrukking en op uitbuiting, om dat te doen. Daarom, zo zegt de HEERE over Jojakim, de zoon van Josia, de koning van Juda: Zij zullen over hem geen rouw bedrijven: Ach mijn broer, of: Ach zuster! Zij zullen over hem geen rouw bedrijven: Ach heer, of: Ach majesteit! Met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden: men zal hem wegslepen en wegwerpen, ver weg van de poorten van Jeruzalem.