U zult veel zaad naar de akker brengen, maar weinig inzamelen, want de sprinkhaan zal het opvreten.
Wijngaarden zult u planten en bewerken, maar u zult geen wijn drinken of iets verzamelen, want de worm zal het opeten.
Olijfbomen zult u hebben in heel uw grondgebied, maar u zult u niet met olie zalven, want uw olijven zullen afvallen.
Zonen en dochters zult u verwekken, maar zij zullen niet aan u toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan.
Al uw bomen en de vrucht van uw land zullen de sprinkhanen in bezit nemen.
De vreemdeling die in uw midden is, zal hoger en hoger boven u uitstijgen, maar u zult lager en lager neerdalen.
Hij zal aan u uitlenen, maar u zult niet aan hem uitlenen. Hij zal tot een hoofd zijn en u zult tot een staart zijn.
Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat u weggevaagd wordt, omdat u de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest bent, door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die Hij u geboden heeft, in acht te nemen.
Ze zullen voor u en uw nageslacht tot een teken en een wonder zijn, tot in eeuwigheid.
Omdat u de HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met blijdschap en hartelijke vreugde, vanwege de overvloed van alles,
zult u uw vijanden, die de HEERE op u af zal sturen, dienen met honger en dorst, met naaktheid en gebrek aan alles. Hij zal u een ijzeren juk op de hals leggen, totdat Hij u wegvaagt.