Maar nu wij, broeders, voor een korte tijd van u gescheiden waren – wat betreft het gezicht, niet wat betreft het hart – hebben wij ons des te meer beijverd om uw gezicht te zien, met grote begeerte. Daarom hebben wij naar u toe willen komen (althans ik, Paulus), een- en andermaal, maar de satan heeft het ons verhinderd. Want wat is onze hoop of blijdschap of erekroon? Bent ook u dat niet voor het aangezicht van onze Heere Jezus Christus bij Zijn komst? U bent immers onze heerlijkheid en blijdschap.
1 Thessalonicenzen 2 lezen
Luisteren 1 Thessalonicenzen 2
Deel
Alle vertalingen vergelijken: 1 Thessalonicenzen 2:17-20
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's