De Spreuken van Salomo 6:23-26

De Spreuken van Salomo 6:23-26 STV

Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens; Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der vreemde tong. Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden. Want door een vrouw, die een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.