De Brief van den Apostel Paulus aan de Filippensen 1:12-19

De Brief van den Apostel Paulus aan de Filippensen 1:12-19 STV

En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is; Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen; En dat het meerder deel der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid. Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen; Doch dezen uit liefde, dewijl zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben. Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden. Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal, door uw gebed en toebrenging des Geestes van Jezus Christus.