Genesis 31:37-42

Genesis 31:37-42 STV

Als gij al mijn huisraad betast hebt, wat hebt gij gevonden van al het huisraad uws huizes! Leg het hier voor mijn broederen en uw broederen, en laat hen richten tussen ons beiden. Deze twintig jaren ben ik bij u geweest; uw ooien en uw geiten hebben niet misdragen, en de rammen uwer kudde heb ik niet gegeten. Het verscheurde heb ik tot u niet gebracht; ik heb het geboet; gij hebt het van mijn hand geëist, het ware des daags gestolen, of des nachts gestolen. Ik ben geweest, dat mij bij dag de hitte verteerde, en bij nacht de vorst, en dat mijn slaap van mijn ogen week. Ik ben nu twintig jaren in uw huis geweest; ik heb u veertien jaren gediend om uw beide dochteren, en zes jaren om uw kudde; en gij hebt mijn loon tien malen veranderd. Ten ware de God van mijn vader, de God van Abraham, en de Vreze van Izak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden hebben! God heeft mijn ellende, en den arbeid mijner handen aangezien, en heeft u gisteren nacht bestraft.

Video voor Genesis 31:37-42