Jozua 8:1-10

Jozua 8:1-10 BB

Daarna zei de Heer tegen Jozua: "Wees niet bang. Trek met je hele leger naar Ai. Ik geef de koning van Ai, zijn volk, zijn stad en zijn land in jullie macht. Jullie zullen met de koning van Ai hetzelfde doen als met Jericho en zijn koning. Alleen mogen jullie nu de buit en al het vee zelf hebben. Laat een deel van de mannen in een hinderlaag aan de andere kant van de stad gaan liggen." Toen maakte Jozua zich klaar om met een leger naar Ai te trekken. Hij koos 30.000 dappere mannen uit. Een aantal van hen zond hij 's nachts alvast op pad. Hij zei tegen hen: "Jullie moeten aan de andere kant van de stad in een hinderlaag gaan liggen. Ga niet te ver bij de stad vandaan en houd je klaar. Ikzelf zal met de andere mannen naar de stad gaan. Als dan hun leger uit de stad naar ons toe komt, zullen we net als de eerste keer vluchten. Dan zullen ze ons achterna komen. Zo lokken we hen bij de stad weg. Want ze zullen denken dat we net als de eerste keer voor hen vluchten. Dan komen jullie uit de hinderlaag tevoorschijn en veroveren Ai. En jullie Heer God zal de stad aan jullie geven. Zodra jullie in de stad komen, moeten jullie die in brand steken, zoals de Heer gezegd heeft. Dit is mijn bevel." Zo stuurde Jozua hen weg. Ze verborgen zich aan de westkant van de stad, tussen Bet-El en Ai. Maar Jozua bleef die nacht nog bij het volk. Vroeg in de morgen verzamelde Jozua zijn mannen en trok op naar Ai. Hij en de leiders van Israël gingen voorop.

Video voor Jozua 8:1-10