Maar de Israëlieten leefden niet zoals de Heer het wilde. Daarom gaf Hij hen zeven jaar lang in de macht van Midian. De Israëlieten waren erg bang voor de Midianieten. Daarom maakten ze schuilplaatsen in de bergen. Want elke keer als ze hadden gezaaid, kwamen de Midianieten en Amalekieten en de stammen van het Oosten. Zij zetten hun tentenkampen op in het gebied van de Israëlieten en vernielden alle akkers tot bij Gaza. Ze zorgden ervoor dat er niets te eten overbleef in Israël. Zelfs geen schaap, koe of ezel. Als een zwerm sprinkhanen kwamen ze het land in met hun kudden en hun tenten, een ontelbaar aantal mensen en kamelen. Ze verwoestten het land. Heel Israël werd arm door wat de Midianieten deden. Toen begonnen de Israëlieten de Heer om hulp te roepen. Toen de Israëlieten de Heer om hulp riepen vanwege de Midianieten, stuurde de Heer een profeet naar de Israëlieten. Deze profeet zei tegen hen: "Dit zegt de Heer, de God van Israël: Ik heb jullie uit de slavernij in Egypte bevrijd. Ik heb jullie gered uit de macht van de Egyptenaren. En Ik heb jullie gered van alle mensen die het jullie [ hier in dit land ] moeilijk maakten. Ik heb hen voor jullie weggejaagd. Hun land heb Ik aan jullie gegeven. Ik heb tegen jullie gezegd: 'Ik ben jullie Heer God. Ga dus niet de goden aanbidden van de Amorieten van wie jullie het land hebben veroverd.' Maar jullie hebben niet naar Mij geluisterd." Toen kwam er een engel van de Heer en hij ging onder de eik bij Ofra zitten. Dat is in het gebied van Joas, een man uit de familie van Abiëzer. De zoon van Joas, Gideon, was op dat moment bezig om daar in de druivenpers de tarwe uit de halmen te kloppen. Hij hoopte dat de Midianieten het zo niet zouden merken. De engel van de Heer ging naar hem toe en zei tegen hem: "Dappere held, de Heer is met je!" Maar Gideon antwoordde: "Als de Heer met ons is, waarom overkomt ons dan zoveel ellende? Waar zijn dan al zijn wonderen waarover onze vaders ons hebben verteld? Zij zeggen dat de Heer ons uit Egypte heeft bevrijd. Maar nu heeft de Heer ons in de steek gelaten. Hij heeft ons in de macht van de Midianieten gegeven." Toen zei de Heer tegen hem: "Ga erop af zoals je bent. Bevrijd Israël uit de macht van de Midianieten. Ik stuur je, dus je kan het." Maar Gideon zei: "Heer, hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie is de armste van de stam van Manasse! Bovendien ben ik de jongste van mijn familie!" Maar de Heer zei tegen hem: "Ik ben met je. Daarom zul je de Midianieten kunnen verslaan alsof het maar één man was."
Lees Richters 6
Luisteren Richters 6
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Richters 6:1-16
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's