Hebreeën 1:13-14

Hebreeën 1:13-14 BB

En tegen geen één engel heeft God ooit gezegd: "Ga naast Mij zitten, totdat Ik al je vijanden helemaal verslagen heb." [ Maar wel tegen de Zoon. ] De engelen zijn [ alleen maar ] dienende geesten. Ze moeten de mensen dienen die al het goede van God zullen krijgen dat God heeft beloofd. (lees verder)