Handelingen 8:9-19

Handelingen 8:9-19 BB

Er was daar in Samaria ook een man die zich al lange tijd met toverij bezig had gehouden. Hij heette Simon. Alle bewoners van Samaria waren erg van hem onder de indruk. Hij beweerde van zichzelf dat hij een bijzonder en belangrijk mens was. Iedereen, van hoog tot laag, luisterde naar hem en deed wat hij zei. Ze noemden hem 'de grote kracht van God'. Ze geloofden in hem, omdat ze al heel lang erg onder de indruk waren van zijn toverkunsten. Maar nu geloofden ze wat Filippus vertelde over het goede nieuws van het Koninkrijk van God en over Jezus Christus. Mannen en vrouwen lieten zich dopen. Ook Simon zelf ging in Jezus geloven. Nadat hij gedoopt was, bleef hij aldoor in de buurt van Filippus. Hij was stomverbaasd over de grote wonderen die hij zag gebeuren. De apostelen in Jeruzalem hoorden dat de bewoners van Samaria het woord van God geloofden. Ze stuurden Petrus en Johannes naar hen toe. Toen ze aangekomen waren, baden ze voor de mensen dat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. Want niemand van hen had de Heilige Geest nog ontvangen. Ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Toen legden ze hun de handen op en de mensen ontvingen de Heilige Geest. Simon zag hoe de mensen de Heilige Geest kregen als de apostelen hun de handen oplegden. Toen wilde hij die macht van hen kopen. Hij zei: "Geef mij ook die macht om mensen de Heilige Geest te geven als ik hun de handen opleg." En hij bood hun geld aan.