2 Korintiërs 10:1-6

2 Korintiërs 10:1-6 BB

Verder wil ik jullie iets vragen met het geduld en de vriendelijkheid van Christus. De mensen zeggen namelijk over mij dat ik verlegen ben als ik bij jullie ben, maar dat ik op een afstand een grote mond tegen jullie durf te hebben. Wat ik jullie wil vragen is dit: zorg ervoor dat ik, ook wanneer ik bij jullie kom, niet streng tegen jullie zal hoeven te zijn. Ik zal alleen streng zijn tegen de mensen die zeggen dat ik alleen maar op mijn eigen belang uit ben. Want we zijn wel gewone mensen die in deze wereld leven, maar we gebruiken geen menselijke wapens. De wapens van onze strijd zijn geen menselijke wapens, maar geestelijke wapens. Het zijn sterke wapens van God, die elke [ geestelijke ] muur kunnen afbreken. Als mensen God niet willen gehoorzamen, kunnen we met die wapens elke redenering van hen uit de weg ruimen. Alles wat in de weg staat om God werkelijk te leren kennen, kunnen we als het ware gevangen nemen: alle verkeerde gedachten, redeneringen en ideeën. En daarna kunnen we die gehoorzaam maken aan Christus. We staan klaar om zo elke ongehoorzaamheid met deze wapens uit de weg te ruimen, totdat jullie Christus in alles gehoorzamen.