1 Kronieken 4:9-10

1 Kronieken 4:9-10 BB

Jabes was de belangrijkste van zijn broers. Zijn moeder had hem Jabes [ (= 'verdriet') ] genoemd: "Want," zei ze, "zijn geboorte ging vreselijk moeilijk." Jabes bad tot de God van Israël: "Wilt U alstublieft goed voor mij zijn en mijn gebied steeds groter maken. Wilt U met mij zijn en mij beschermen tegen het kwaad, zodat ik geen verdriet zal hebben!" En God gaf hem wat hij had gevraagd.