1
Genesis 12:2-3
NBG-vertaling 1951
Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.
Vergelijk
Ontdek Genesis 12:2-3
2
Genesis 12:1
De HERE nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal
Ontdek Genesis 12:1
3
Genesis 12:4
Toen ging Abram, zoals de HERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem; en Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran trok.
Ontdek Genesis 12:4
4
Genesis 12:7
Toen verscheen de HERE aan Abram en zeide: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. En hij bouwde daar een altaar voor de HERE, die hem verschenen was.
Ontdek Genesis 12:7
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's