1
Matteus 25:40
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
Dan zal de Koning hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: Wat gij voor één van mijn geringste broeders gedaan hebt, dat hebt gij voor Mij gedaan.
Vergelijk
Ontdek Matteus 25:40
2
Matteus 25:21
Zijn meester sprak tot hem: Heel best, goede en trouwe knecht; over weinig zijt ge getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga binnen in de vreugde uws heren.
Ontdek Matteus 25:21
3
Matteus 25:29
Want wie heeft, aan hem zal worden gegeven, en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft, hem zal ook nog ontnomen worden wat hij bezit.
Ontdek Matteus 25:29
4
Matteus 25:13
Waakt dus, want gij kent dag noch uur.
Ontdek Matteus 25:13
5
Matteus 25:35
Want Ik was hongerig, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik was dorstig, en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling, en gij naamt Mij op.
Ontdek Matteus 25:35
6
Matteus 25:23
Ontdek Matteus 25:23
7
Matteus 25:36
Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; ziek, en gij hebt Mij bezocht: in de gevangenis, en gij zijt Mij komen bezoeken.
Ontdek Matteus 25:36
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's