1
Matteus 14:30-31
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
Maar bij het zien van de geweldige storm werd hij bang, en riep, toen hij begon te zinken: Heer, red mij! Aanstonds stak Jesus de hand uit, greep hem vast, en sprak: Kleingelovige, waarom hebt ge getwijfeld?
Vergelijk
Ontdek Matteus 14:30-31
2
Matteus 14:30
Maar bij het zien van de geweldige storm werd hij bang, en riep, toen hij begon te zinken: Heer, red mij!
Ontdek Matteus 14:30
3
Matteus 14:27
Aanstonds sprak Jesus hen toe, en zeide: Weest gerust, Ik ben het; vreest niet.
Ontdek Matteus 14:27
4
Matteus 14:28-29
Petrus antwoordde: Heer, zo Gij het zijt, beveel mij dan, over het water tot U te komen. Hij sprak: Kom! Petrus klom uit de boot, en wandelde over het water, om bij Jesus te komen.
Ontdek Matteus 14:28-29
5
Matteus 14:33
Nu wierpen zij, die in het vaartuig waren, zich voor Hem neer, en zeiden: Waarachtig, Gij zijt de Zoon van God.
Ontdek Matteus 14:33
6
Matteus 14:16-17
Maar Jesus sprak tot hen: Ze behoeven niet te gaan; geeft gij hun te eten. Ze antwoordden: We hebben hier slechts vijf broden en twee vissen.
Ontdek Matteus 14:16-17
7
Matteus 14:18-19
Hij zei hun: Brengt ze Mij hier. En nadat Hij de scharen bevolen had, zich neer te zetten op het gras, nam Hij de vijf broden en de twee vissen, zag op ten hemel en sprak er de zegen over uit: Hij brak de broden en gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze aan het volk.
Ontdek Matteus 14:18-19
8
Matteus 14:20
Allen aten. en werden verzadigd. En ze verzamelden het overschot der brokken: twaalf korven vol.
Ontdek Matteus 14:20
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's