1
Matteus 12:36-37
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
En Ik zeg u: Van ieder ijdel woord, dat de mensen hebben gesproken, zullen ze rekenschap geven op de oordeelsdag. Op grond van uw woorden zult ge gerechtvaardigd worden, en op grond van uw woorden worden veroordeeld.
Vergelijk
Ontdek Matteus 12:36-37
2
Matteus 12:34
Adderenbroed, hoe zoudt gij iets goeds kunnen zeggen, terwijl gij slecht zijt? Want de mond spreekt waar het hart van overvloeit.
Ontdek Matteus 12:34
3
Matteus 12:35
De goede mens brengt goed voort uit de goede schat, de kwade mens kwaad uit de kwade schat.
Ontdek Matteus 12:35
4
Matteus 12:31
Daarom zeg Ik u: Iedere zonde en godslastering zal aan de mensen worden vergeven; maar het lasteren van den Geest zal niet worden vergeven.
Ontdek Matteus 12:31
5
Matteus 12:33
Of wel: gij noemt de boom goed, maar dan ook goed zijn vrucht; of wel: gij noemt de boom slecht, maar dan ook slecht zijn vrucht; want de boom wordt aan de vruchten gekend.
Ontdek Matteus 12:33
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's