1
Handelingen 10:34-35
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
Toen opende Petrus de mond, en sprak Nu zie ik waarachtig, dat er bij God geen aanzien van personen bestaat; maar dat al wie Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig is, tot welk volk hij ook hoort.
Vergelijk
Ontdek Handelingen 10:34-35
2
Handelingen 10:43
Van Hem getuigen al de profeten, dat ieder. die in Hem gelooft, vergiffenis van zonden verkrijgt door zijn Naam.
Ontdek Handelingen 10:43
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's