1
Spreuken 13:20
Herziene Statenvertaling
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan.
Vergelijk
Ontdek Spreuken 13:20
2
Spreuken 13:3
Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang.
Ontdek Spreuken 13:3
3
Spreuken 13:24
Wie zijn stok spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, streeft naar vermaning voor hem.
Ontdek Spreuken 13:24
4
Spreuken 13:12
Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens.
Ontdek Spreuken 13:12
5
Spreuken 13:6
Gerechtigheid behoedt wie oprecht van weg is, maar goddeloosheid stort een zondaar in het verderf.
Ontdek Spreuken 13:6
6
Spreuken 13:11
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit.
Ontdek Spreuken 13:11
7
Spreuken 13:10
Overmoed geeft alleen maar ruzie, maar bij wie zich raad laten geven, is wijsheid.
Ontdek Spreuken 13:10
8
Spreuken 13:22
De goede mens doet zijn kleinkinderen erven, maar het vermogen van de zondaar is weggelegd voor de rechtvaardige.
Ontdek Spreuken 13:22
9
Spreuken 13:1
Een wijze zoon luistert naar de vermaning van zijn vader, maar een spotter luistert niet naar bestraffing.
Ontdek Spreuken 13:1
10
Spreuken 13:18
Armoede en schande zijn er voor wie vermaning verwerpt, maar wie bestraffing in acht neemt, zal geëerd worden.
Ontdek Spreuken 13:18
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's