Grace IBC

Haggai 2:10-23 NBV
Op de vierentwintigste dag van de negende maand, in het tweede regeringsjaar van Darius, richtte de HEER zich tot de profeet Haggai: 11 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: ‘Vraag de priesters hierover een uitspraak te doen: 12 Als iemand offervlees bij zich draagt in een plooi van zijn mantel, en deze plooi komt in aanraking met brood of met gekookt voedsel, met wijn, olie of met wat voor voedsel ook, wordt dat voedsel daardoor dan heilig?’
‘Nee,’ antwoordden de priesters op deze vraag.
13 Vervolgens vroeg Haggai: ‘Als iemand die onrein is doordat hij met een lijk in aanraking is geweest, zulk voedsel aanraakt, wordt het daardoor dan onrein?’
‘Ja,’ antwoordden de priesters, ‘het wordt daardoor onrein.’
14 Daarop zei Haggai: ‘Zo is het ook met deze mensen – spreekt de HEER –, zo is het in mijn ogen gesteld met heel dit volk, en zo is het ook met de vruchten van hun arbeid; alles wat zij offeren is onrein.
15 (15-16) Maar let op wat er vanaf vandaag gebeuren gaat. Hoe was het met jullie gesteld voordat er aan de herbouw van de tempel van de HEER begonnen werd? Jullie dachten twintig maten graan te scheppen, maar de graanhoop bleek slechts tien maten groot te zijn; jullie dachten vijftig maten wijn uit de pers te halen, maar de perskuip bleek slechts twintig maten te bevatten. 17 De vruchten van jullie arbeid heb ik getroffen met korenbrand, meeldauw en hagel, en toch zijn jullie niet naar mij teruggekeerd – spreekt de HEER. 18 Maar let op wat er gebeuren gaat, vanaf vandaag, vanaf deze vierentwintigste dag van de negende maand, vanaf de dag dat de tempel van de HEER gegrondvest is, let op! 19 Het is waar dat het zaad nog ongebruikt in de schuur ligt, en ook hebben de wijnstok en de vijgenboom, de granaatappel en de olijf nog geen vrucht gedragen, maar vanaf vandaag zal ik jullie mijn zegen geven.’
20 Op die vierentwintigste dag van de maand richtte de HEER zich nogmaals tot Haggai: 21 ‘Zeg dit aan Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven, 22 ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken, ik zal de strijdwagens met hun berijders omverwerpen; de paarden zullen neerstorten en de ruiters zullen elkaar ombrengen. 23 Op die dag – spreekt de HEER van de hemelse machten – zal ik jou, Zerubbabel, zoon van Sealtiël en mijn dienaar, dragen als mijn zegelring, want jou heb ik uitverkozen – zo spreekt de HEER van de hemelse machten.”’

Achtergrondinformatie:
- De natie van Israël was gevangen genomen en tot slaaf gemaakt 1.400 km van het thuisland
- Door Gods genade door Koning Cyrus mochten ze terug naar huis keren
- Ze moesten de stad Jeruzalem en de tempel herbouwen
- Geen tempel, geen aanwezigheid van God, geen verzoening/verwijdering van zonde
- 16 jaar ging voorbij zonder vooruitgang van de tempel
- Haggai is Gods boodschapper die komt om hun afgoderij en rebellie tegen God bloot te stellen
- God oordeelt en herstelt Zijn volk door hen de wil en de kracht te geven om te doen wat Hem behaagt.

Today's passage:
- Het is in totaal 3 maanden sinds ze begonnen zijn aan de heropbouw
- De boodschap van Haggai toont dat het volk nog steeds aan het worstelen was om met hun volledig hart te antwoorden om het werk te doen

Vandaag door Haggai 2 zien we de mislukking van de mens, Gods herstel van Zijn aanwezigheid/relatie met Zijn volk, en belofte van een groter koninkrijk waar Hij eeuwig woont met Zijn volk

We zullen vandaag zien dat ook al is de mens afgescheiden van God door onze zonde, dat God ons herstelt door Zijn genade, en ons burgers maakt van een eeuwig koninkrijk waar we met God voor eeuwig zullen leven

Haggai 2:12 NBV
Als iemand offervlees bij zich draagt in een plooi van zijn mantel, en deze plooi komt in aanraking met brood of met gekookt voedsel, met wijn, olie of met wat voor voedsel ook, wordt dat voedsel daardoor dan heilig?’

Vraag: sinds in het gewaad iets heiligs was, wordt iets anders dat het gewaad raakt ook heilig?
Het antwoord van de priester: wat het raakt wordt niet heilig

Haggai 2:13 NBV
Vervolgens vroeg Haggai: ‘Als iemand die onrein is doordat hij met een lijk in aanraking is geweest, zulk voedsel aanraakt, wordt het daardoor dan onrein?’

Vraag: wanneer iemand een dood lichaam aangeraakt heeft iets anders aanraakt zoals daarnet vermeld, is het vervuild (vies, smerig, corrupt)?
Het antwoord van de priester: wat iets vervuild aanraakt wordt corrupt

Omwille van hun zonde, rebellie en afgoderij waren ze afgescheiden van God, niet capabel om Hem te behagen.

Het probleem dat ze hadden, was een probleem van aanbidding
Ze hadden hun eigen weg verhoogd boven Gods instructie

Dit is net de wereld waarin we leven: wie zet de standaard? ik
Wat we hopen brengt vrijheid, brengt gebondenheid

Goede werken zijn geen goed geluk charmes, onmogelijk om gunst te verdienen bij God

God zat niet achter het bouwen van de tempel, maar achter hun harten, echte aanbidding

Psalmen 24:3-4 NBV
Wie mag de berg van de HEER bestijgen, wie mag staan op zijn heilige plaats? 4 Wie reine handen heeft en een zuiver hart

In zonde waren ze krachteloos, maar God was Zijn volk aan het herstellen

Haggai 2:19 NBV
Het is waar dat het zaad nog ongebruikt in de schuur ligt, en ook hebben de wijnstok en de vijgenboom, de granaatappel en de olijf nog geen vrucht gedragen, maar vanaf vandaag zal ik jullie mijn zegen geven.’

Het was niet de heropbouw dat hen herstelde tot God, niet hun goede werken, het was God

Hij was aan het werk hen te herstellen door
- hen hun rebellie tegen Hem te tonen
- hen te roepen tot werk en aanbidding met hun hele hart
- dan zouden de goede werken God eerbied geven

Als gelovigen vandaag, ons geboortedag was in de dood en heropstanding van Jezus

Romeinen 5:10 NBV
Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met hem verzoend door de dood van zijn Zoon, des te zekerder is het dat wij, nu we met hem zijn verzoend, worden gered door diens leven.

'Niet langer zijn we in de hopeloze situatie waarbij onzuivere aanbidders hun onreine offers aanbieden onaanvaardbaar voor God. Jezus Zijn voor eens en altijd offer heeft hen volledig gezuiverd die tot hem in aanbidding nabij komen zodat we met vertrouwen de troon van genade mogen naderen.' - Michael Stead

In verzen 20-23 God stuurt een boodschap speciaal voor Zerubbabel
- Hij kon gemakkelijk de meest ontmoedigde persoon zijn
- God had beloofd dat deze familie altijd de troon van Israël zou hebben
- Hij was enkel een gouverneur met macht gegeven door een andere koning

Haggai 2:21-22 NBV
‘Zeg dit aan Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven, 22 ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken, ik zal de strijdwagens met hun berijders omverwerpen; de paarden zullen neerstorten en de ruiters zullen elkaar ombrengen.

God vertelt Zerubbabel dat Hij aan het werk is om een eeuwig koninkrijk te maken
Dit koninkrijk zal nooit vallen, het is niet afhankelijk van de gehoorzaamheid van de mens, het is God die het bouwt en dit koninkrijk zal ondersteunen

God zegt aan Zerubbal, “Doe voort, niet omdat het werk groots is, maar omdat Ik ben”

God was een groter koninkrijk aan het maken
Dit koninkrijk was niet afhankelijk van het werk van de mensen, maar van de glorie van God

'God vergeeft niet alleen, HIj verlost niet alleen, Hij zegent niet alleen, maar Hij herstelt ook.' - Commentary Exalting Jesus in Zephaniah, Haggai, Zechariah, and Malachi

Gods grootste geschenk aan ons is Zijn aanwezigheid, is met ons, Immanuel