1
Genesis 37:5
Het Boek
Op een nacht had Jozef een droom, die hij prompt aan zijn broers vertelde. Zo maakte hij zich nog meer gehaat.
Cymharu
Archwiliwch Genesis 37:5
2
Genesis 37:3
Nu was het zo dat Israël meer van Jozef hield dan van zijn andere kinderen, omdat hij deze zoon op hoge leeftijd had gekregen. Op een dag gaf Jakob hem een prachtige, veelkleurige mantel.
Archwiliwch Genesis 37:3
3
Genesis 37:4
Zijn broers hadden al lang ontdekt dat Jozef de lieveling van hun vader was en daarom haatten zijn hem. Er kon geen vriendelijk woord voor hun broer af.
Archwiliwch Genesis 37:4
4
Genesis 37:9
Jozef kreeg nog een tweede droom, die hij weer aan zijn broers vertelde. ‘Moeten jullie nu eens luisteren,’ zei hij. ‘De zon, de maan en elf sterren bogen diep voor mij!’
Archwiliwch Genesis 37:9
5
Genesis 37:11
Jozefs broers waren jaloers op hem, maar zijn vader hield het verhaal in zijn achterhoofd en vroeg zich af wat die droom kon betekenen.
Archwiliwch Genesis 37:11
6
Genesis 37:6-7
‘Moet je luisteren,’ kondigde hij trots aan, ‘we waren met zoʼn allen op het land schoven aan het binden. Toen ging mijn schoof opeens rechtop staan en jullie schoven kwamen er omheen staan en bogen diep voor hem!’
Archwiliwch Genesis 37:6-7
7
Genesis 37:19-20
‘Kijk, daar komt die grote dromer aan,’ riepen ze. ‘Vooruit, laten we hem doden en dan in een waterput gooien. We kunnen vader vertellen dat een wild dier hem heeft opgegeten. Eens zien wat er van zijn mooie dromen terechtkomt!’
Archwiliwch Genesis 37:19-20
8
Genesis 37:28
Toen de karavaan bij hen aankwam, haalden ze Jozef uit de put en verkochten hem voor twintig zilverstukken aan de handelaars, die hem meenamen naar Egypte.
Archwiliwch Genesis 37:28
9
10
Genesis 37:18
Maar toen zij hem zagen aankomen, besloten zij hem te doden!
Archwiliwch Genesis 37:18
11
Genesis 37:21-22
Maar Ruben voelde daar niets voor en zei: ‘Laten we hem niet doden. We mogen geen bloed vergieten. We kunnen hem beter levend in een waterput gooien, dan hoeven wij onze handen niet vuil te maken’ (Ruben wilde Jozef later uit de put halen en hem terugbrengen bij zijn vader).
Archwiliwch Genesis 37:21-22
Gartref
Beibl
Cynlluniau
Fideos