1
Exodus 5:1
Het Boek
Daarna gingen Mozes en Aäron naar de farao. Zij zeiden tegen hem: ‘Wij brengen u een boodschap van de HERE, de God van Israël. Hij zegt u: “Laat mijn volk gaan om ter ere van Mij feest te vieren in de woestijn en Mij te aanbidden.” ’
Cymharu
Archwiliwch Exodus 5:1
2
Exodus 5:23
Nadat ik uw boodschap aan de farao heb doorgegeven, is hij alleen maar wreder voor hen geworden en U hebt hen niet geholpen!’
Archwiliwch Exodus 5:23
3
Exodus 5:22
Toen ging Mozes terug naar de HERE en vroeg Hem: ‘Here, waarom behandelt U uw eigen volk zo slecht? Waarom hebt U mij gestuurd als U hun dit wilde aandoen?
Archwiliwch Exodus 5:22
4
Exodus 5:2
‘Zo, zo,’ spotte de farao, ‘en wie is die God dan wel, dat ik naar Hem moet luisteren? Ik ken die HERE niet en ik zal de Israëlieten niet laten gaan.’
Archwiliwch Exodus 5:2
5
Exodus 5:8-9
Maar zorg ervoor dat ze net zoveel stenen maken als tot nu toe. Zij hebben schijnbaar niet genoeg te doen, anders zouden ze het niet hebben over zoʼn reis naar de woestijn om daar hun God te aanbidden. Laat ze maar zweten. Dan zullen zij het wel afleren te luisteren naar de leugens van Mozes en Aäron!’
Archwiliwch Exodus 5:8-9
Gartref
Beibl
Cynlluniau
Fideos