Marcus 13:1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30
Marcus 13:2 HTB
Jezus antwoordde: ‘Die grote gebouwen? Zij zullen met de grond gelijk worden gemaakt, er zal geen steen op de andere blijven.’
Marcus 13:4 HTB
‘Wanneer zal gebeuren wat U daarnet over de tempel hebt gezegd? En hoe kunnen wij weten dat het zover is?’
Marcus 13:6 HTB
Want er zullen verscheidene mensen komen die zeggen dat zij de Christus zijn. En zij zullen veel mensen misleiden.
Marcus 13:10 HTB
Want voordat het einde komt, moeten eerst alle volken van de wereld het goede nieuws van God horen.
Marcus 13:15 HTB
Als je op dat moment op het platte dak van je huis zit, ga dan niet naar binnen om nog iets mee te nemen. Vlucht!
Marcus 13:17 HTB
Het zal een afschuwelijke tijd worden voor vrouwen die in verwachting zijn of een baby hebben.
Marcus 13:19 HTB
Want er zal een verdrukking zijn zoals er nog nooit geweest is sinds God de wereld maakte en zoals er ook nooit weer zal komen.
Marcus 13:24 HTB
Na die dagen van verdrukking en ellende zal de zon worden verduisterd en de maan niet meer schijnen.
Marcus 13:25 HTB
De sterren zullen van de hemel vallen en de machten van het heelal zullen door elkaar worden geschud.
Marcus 13:26 HTB
Dan zal iedereen Mij, de Mensenzoon, zien komen in de wolken, met grote macht en majesteit.
Marcus 13:28 HTB
Leer van de vijgeboom deze les. Wanneer er knoppen en blaadjes aan komen, weet je dat het gauw zomer wordt.
Marcus 13:30 HTB
Ik verzeker jullie: al deze dingen zullen gebeuren, nog voordat deze generatie voorbij is.