YouVersion Logo
Search Icon

Grace IBC

NL Dwelling: Renewing Priorities

NL Dwelling: Renewing Priorities

We begin mini-series in the often undiscovered book of Haggai! Through Haggai we see hope, empowerment, and joy even when life falls short of our hopes and goals. We see that this joy, empowerment, and hope come from God alone.

Locations & Times

Facebook and Youtube

Saturday 10:15 AM

Haggai 1 NBV
In het tweede regeringsjaar van koning Darius, op de eerste dag van de zesde maand, richtte de HEER zich bij monde van de profeet Haggai tot Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tot Jozua, zoon van Josadak en hogepriester:

2 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Dit volk beweert dat de tijd nog niet gekomen is om de tempel van de HEER weer op te bouwen.

3 Maar,’ zo sprak de HEER bij monde van de profeet Haggai, 4 ‘is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen? En dat terwijl mijn huis nog een ruïne is! 5 Nu dan – dit zegt de HEER van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie ingeslagen? Denk toch na!

6 Jullie hebben veel gezaaid maar weinig geoogst; jullie eten maar raken nooit verzadigd, jullie drinken maar nooit is het genoeg, jullie kleden je maar krijgen het nooit warm; de dagloner krijgt zijn geld maar het verdwijnt in een beurs vol gaten.

7 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie eigenlijk ingeslagen? 8 Ga naar de bergen, haal daar hout en bouw mijn huis weer op. Met vreugde zal ik het aanvaarden en er mij in al mijn luister tonen – zegt de HEER. 9 Jullie hebben veel verwacht, maar hoe weinig is het geworden, en wat jullie wél binnenhaalden, is door mijn adem vernietigd. En waarom? – spreekt de HEER van de hemelse machten. Omdat mijn huis nog altijd een ruïne is, terwijl ieder van jullie zich uitslooft voor zijn eigen huis.

10 Daarom onthoudt de hemel jullie zijn dauw en brengt de aarde niets meer op. 11 Ik heb het land en de bergen, het koren, de wijn en de olie, al wat de aarde opbrengt, ieder mens en elk dier, en alles wat jullie moeizaam tot stand hebben gebracht, met droogte getroffen.’

12 Zerubbabel, zoon van Sealtiël, en Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en wie er van het volk nog over waren, luisterden naar de oproep die de HEER, hun God, had gedaan; ze luisterden naar de woorden van de profeet Haggai, die door de HEER, hun God, gezonden was. En het volk werd vervuld van vrees voor de HEER.

13 Maar Haggai, de bode van de HEER, zei in opdracht van de HEER tot het volk: ‘Ik ben bij jullie – spreekt de HEER.’

14 Zo zette de HEER Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en wie er van het volk nog over waren, ertoe aan te beginnen met het herstel van de tempel van de HEER van de hemelse machten, hun God. 15 Ze gingen aan het werk op de vierentwintigste dag van de zesde maand. In het tweede regeringsjaar van koning Darius,
We hebben wat achtergrondinformatie nodig voordat we beginnen
Omdat het volk van Israël in rebellie waren tegen God
Hij liet de Babyloniërs toe om hen te overwinnen
De Babyloniërs verwoestten de stad en de tempel
De koning van Israël was onttroond
De Babyloniërs verdreven de Israëlieten te verhuizen naar Babylon
Bijna 70 jaar achter de uitdrijving hebben de Perziërs Babylon overwonnen
Koning Cyrus van de Perziërs lieten de Israëlieten toe om terug te keren naar Jeruzalem
Het volk van Israël dat teruggekeerd was van Babylon noemen we “overblijfsel”
De Israëlieten waren gestuurd met dingen om de heropbouw te steunen
Koning Cyrus gaf ook overheidssteun voor de heropbouw en gaf de gestolen goederen terug
De heropbouw startte niet tot 2 jaar later
Nu in Haggai, 16 jaar sinds de initiële heropbouw begon was er enkel het fundament

Sleutelfiguren van Haggai
De profeet Haggai communiceerde in naam van God naar het volk
De gouverneur Zerubbabel, een afstammeling van David
De priester Joshua staat tussen het volk en God
Haggai 1:1-4 NBV
In het tweede regeringsjaar van koning Darius, op de eerste dag van de zesde maand, richtte de HEER zich bij monde van de profeet Haggai tot Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tot Jozua, zoon van Josadak en hogepriester: 2 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Dit volk beweert dat de tijd nog niet gekomen is om de tempel van de HEER weer op te bouwen. 3 Maar,’ zo sprak de HEER bij monde van de profeet Haggai, 4 ‘is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen? En dat terwijl mijn huis nog een ruïne is!
hey
hey
Het ontbreken van een tempel was niet een kleine kwestie - zonder een tempel kon God Zijn volk niet ontmoeten
Het gebrek aan vergeven zonden en een tempel had hen van God afgescheiden
hey
Galaten 2:20 NBV
ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.
hey
Haggai 1:5-6, 9-11 NBV
Nu dan – dit zegt de HEER van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie ingeslagen? Denk toch na! 6 Jullie hebben veel gezaaid maar weinig geoogst; jullie eten maar raken nooit verzadigd, jullie drinken maar nooit is het genoeg, jullie kleden je maar krijgen het nooit warm; de dagloner krijgt zijn geld maar het verdwijnt in een beurs vol gaten.

9 Jullie hebben veel verwacht, maar hoe weinig is het geworden, en wat jullie wél binnenhaalden, is door mijn adem vernietigd. En waarom? – spreekt de HEER van de hemelse machten. Omdat mijn huis nog altijd een ruïne is, terwijl ieder van jullie zich uitslooft voor zijn eigen huis. 10 Daarom onthoudt de hemel jullie zijn dauw en brengt de aarde niets meer op. 11 Ik heb het land en de bergen, het koren, de wijn en de olie, al wat de aarde opbrengt, ieder mens en elk dier, en alles wat jullie moeizaam tot stand hebben gebracht, met droogte getroffen.’
Een Heilig God moet zonde verbeteren
Hun prioriteiten maakte een idool boven God
Maar in Zijn rechtvaardigheid was God barmhartig en genadig om hen terug te doen keren naar Hem
Haggai 1:12 NBV
Zerubbabel, zoon van Sealtiël, en Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en wie er van het volk nog over waren, luisterden naar de oproep die de HEER, hun God, had gedaan; ze luisterden naar de woorden van de profeet Haggai, die door de HEER, hun God, gezonden was. En het volk werd vervuld van vrees voor de HEER.
Gods rechtvaardigheid leidt tot vrees van de Heer
Om Hem eerbied te geven met het ganse hart en het respect te geven die Hij verdient
Van onverschilligheid en ongehoorzaamheid tot eerbied en gehoorzaamheid
Haggai 1:7-8 NBV
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Welke weg zijn jullie eigenlijk ingeslagen? 8 Ga naar de bergen, haal daar hout en bouw mijn huis weer op. Met vreugde zal ik het aanvaarden en er mij in al mijn luister tonen – zegt de HEER.
hey
Hoe werd het volk van God hersteld? Door een afgewerkte tempel?
God vertelt hen dat hun harten het enige zijn wat Hij vraagt

Haggai 1:13 NBV
Maar Haggai, de bode van de HEER, zei in opdracht van de HEER tot het volk: ‘Ik ben bij jullie – spreekt de HEER.’
Het is God die hen hersteld heeft, hun herstel was niet afhankelijk van hen
hey
Haggai 1:14-15 NBV
Zo zette de HEER Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en wie er van het volk nog over waren, ertoe aan te beginnen met het herstel van de tempel van de HEER van de hemelse machten, hun God. 15 Ze gingen aan het werk op de vierentwintigste dag van de zesde maand. In het tweede regeringsjaar van koning Darius,

God gaf de motivatie, de wil aan het volk om te doen wat Hem plezierde
Filippenzen 2:13 NBV
want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt.
hey
Romeinen 5:10 NBV
Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met hem verzoend door de dood van zijn Zoon, des te zekerder is het dat wij, nu we met hem zijn verzoend, worden gered door diens leven. 11 En meer nog, dat wij God prijzen danken we aa
Het beste vers in dit hoofdstuk was wanneer God aan Zijn volk zei ‘Ik ben bij jullie’
Dit wijst ons naar de naam van Jezus die voorspeld was aan de Israëlieten
Jesaja 7:14 NBV
Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuël noemen.
Immanuël: God met ons
In Christus leven we in een voortdurende staat van verzoening en een constante aanwezigheid in Hem
hey
hey
God was aan het werk om hen de motivatie en de middelen te geven om Zijn wil te doen
hey
Matteüs 6:31-33 NBV
Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” 32 – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
Deze bijbeltekst is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling, © Het Nederlands Bijbelgenootschap 2004.