YouVersion Logo
Search Icon

Jeremia 33:1-9

Jeremia 33:1-9 HSV

Het woord van de HEERE kwam voor de tweede keer tot Jeremia, toen hij nog opgesloten zat op het binnenplein van de wacht: Zo zegt de HEERE, Die het doet, de HEERE, Die het vormt om het te bevestigen – HEERE is Zijn Naam: Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet. Want zo zegt de HEERE, de God van Israël, van de huizen van deze stad en van de huizen van de koningen van Juda die zijn afgebroken voor de belegeringsdammen en voor het zwaard, waar ze zijn gekomen om te strijden tegen de Chaldeeën: Het is om ze te vullen met de dode lichamen van mensen die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn grimmigheid, en omdat Ik Mijn aangezicht voor deze stad verborgen heb om al hun kwaad. Zie, Ik ga haar herstel en genezing bevorderen, Ik zal hen genezen: een overvloed van duurzame vrede zal Ik hun bekendmaken. Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Juda en in de gevangenschap van Israël, en hen opbouwen als vroeger. Ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, waarmee zij tegen Mij gezondigd hebben. Ik zal al hun ongerechtigheden vergeven, waarmee zij tegen Mij gezondigd hebben, en waarmee zij tegen Mij in opstand zijn gekomen. Het zal voor Mij worden tot een vreugdevolle naam, tot roem en tot luister bij alle heidenvolken van de aarde, die al het goede zullen horen dat Ik hun doe. Zij zullen beangst zijn en sidderen vanwege al het goede en vanwege al de vrede die Ik het verschaf.

YouVersion uses cookies to personalize your experience. By using our website, you accept our use of cookies as described in our Privacy Policy